Bondje in de boardroom

15 april 2023

De voorzitter van de Raad van Commissarissen en de bestuurder kunnen goed met elkaar overweg. De werkoverleggen tussen de voorzitter en de bestuurder verlopen in goede harmonie en ook tussendoor is frequent contact. Ze kennen elkaar van een lokale sportvereniging.

Kritische raad

De rest van de raad is een stuk kritischer op de bestuurder dan de voorzitter. De financiën zijn al langere tijd steeds minder op orde. De raad vindt dat de bestuurder grip verliest en onvoldoende duidelijk kan maken wat hij aan de situatie gaat doen. Het vertrouwen in de bestuurder staat op het spel.

De bestuurder klaagt bij de voorzitter dat haar collega’s regelmatig op zijn stoel zitten en hem onzin-vragen stellen op detailniveau. De matige kwaliteit van stukken wijt hij aan zijn kleine stafbureau en aan de vacature voor bestuurssecretaris die hij niet vervuld krijgt. Hij ervaart wantrouwen: Ik kan het nooit goed genoeg doen! Behalve door de voorzitter voelt hij zich niet gesteund door de Raad.

Bondje met de voorzitter

De voorzitter spreekt haar collega’s aan en verdedigt de bestuurder. Dit valt verkeerd en mondt uit in een stevige woordenwisseling. De voorzitter verdedigde de bestuurder al vaker, vroeg begrip en suste dan de zaak. Dat lukt nu niet meer. De kloof tussen haar en de rest van de Raad wordt steeds duidelijker. Men verwijt haar een bondje met de bestuurder te hebben, te veel alleen het contact te onderhouden en een blinde vlek te hebben voor wat niet goed gaat.

De voorzitter belt ons, vertelt haar verhaal en vraagt hulp.

In het eerste gesprek geeft de voorzitter aan zich klem te voelen zitten tussen bestuur en raad. Enerzijds heeft ze begrip voor zijn situatie en voelt zich loyaal naar hem. Anderzijds ziet zij: de raad heeft echt een punt, de kwaliteit is onvoldoende. Ze wil de raad noch de bestuurder verliezen. Daarbij ervaart ze druk van de bestuurder om ‘partij te kiezen’.

Klem tussen bestuur en raad

Wij steunen haar voorstel om het gesprek met de hele raad aan te gaan en ons daarbij als gespreksbegeleider te gebruiken. In dat gesprek legt ze de kwestie voor, in het bijzonder de klem waarin ze zich voelt zitten. De raadsleden herkennen dat, ook bij zichzelf.  Die herkenning haalt de scherpte uit het conflict. De collega’s waarderen de openheid en spreken vertrouwen uit. Maar vinden ook dat de voorzitter hier echt iets te doen heeft.

Hoe nu verder? In het bijzonder: hoe kan de voorzitter hierin acteren? Men besluit dat de remuneratiecommissie, waarvan de voorzitter wel lid maar geen voorzitter is, het gesprek met de bestuurder aangaat. Het moet dan gaan over zowel de kwaliteit van de financiën, als het 'klaag'-gedrag van de bestuurder die daarmee zijn verantwoordelijkheid ontloopt, aldus de raad.

Van klagen naar klankborden

Wij bereiden dat gesprek voor samen met de remuneratiecommissie en oefenen ook enkele cruciale momenten in het gesprek. Het gesprek met de remuneratiecommissie en de bestuurder verloopt redelijk. De bestuurder voelt de druk van de Raad en belooft in komende vergadering te komen met een plan van aanpak.
De voorzitter heeft in de loop van de maanden hierna nog tweemaal een klankbordgesprek met één van ons contact over haar eigen rol en positie.

Met Bea Annot

Illustratie: Irene Mulder

Logo-GvdZ-Welkom